Op 15 november 2023 treedt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (de “tijdelijke wet”) in werking. De tijdelijke wet, die in beginsel twee jaar van kracht zal zijn, heeft als doel de transparantie te vergroten en schuldeisers beter te beschermen bij turboliquidaties. De tijdelijke wet introduceert een deponerings- en mededelingsplicht, inzagerecht voor schuldeisers en een mogelijkheid voor het Openbaar Ministerie tot het opleggen van een bestuursverbod, zoals hierna kort toegelicht. Hierdoor zal het (turbo)liquideren van vennootschappen moeilijker worden.
Turboliquidatie
Turboliquidatie is een mogelijkheid voor rechtspersonen zonder baten om zichzelf op eigen initiatief te ontbinden. Turboliquidatie wordt ook gebruikt als de verwachte schulden, de verwachte opbrengsten overtreffen. Deze mogelijkheid geldt voor verschillende ondernemingen, zoals een nv, bv, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en stichting.
Het gevolg van een turboliquidatie is dat de rechtspersoon onmiddellijk ophoudt te bestaan op het moment dat een ontbindingsbesluit wordt genomen, zonder faillissement of vereffeningsprocedures. Dit heeft in de praktijk geleid tot misbruik, waarbij schuldeisers worden benadeeld. Bestuurders kunnen immers hun ondernemingen met schulden laten (turbo)liquideren, waarna zij via een nieuwe onderneming met een schone lei beginnen. Om dit aan te pakken, is de tijdelijke wet geïntroduceerd.
Achtergrond tijdelijke wet
De tijdelijke wet, die op 15 maart 2023 is aangenomen, introduceert belangrijke wijzigingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en de Wet op de economische delicten. Het doel van deze tijdelijke wet is om een betere balans te creëren tussen de vrijheid van rechtspersonen, die geen baten heeft, om zich (versneld) te ontbinden en de bescherming van schuldeisers tegen mogelijk misbruik.
De nieuwe maatregelen
Samengevat brengt de tijdelijke wet drie nieuwe maatregelen met zich mee om de transparantie bij turboliquidaties te vergroten:
1. Deponerings- en mededelingsplicht: het bestuur van een rechtspersoon die zonder baten wordt ontbonden, moet binnen veertien dagen na de ontbinding de volgende financiële documenten deponeren bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven (Kamer van Koophandel):
- een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
- een beschrijving van:
(i) de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
(ii) indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld; en
(iii) indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven; en - alle jaarrekeningen die zien op de boekjaren voorafgaand het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, indien een plicht tot openbaarmaking bestaat waar nog niet aan is voldaan.
Het bestuur dient zo snel mogelijk nadat deze deponeringen zijn gedaan, daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de achtergebleven schuldeisers.
Bij niet-naleving van de deponeringsplicht kan aan het bestuur een maximumstraf van zes maanden hechtenis of een geldboete van maximaal € 22.500,- worden opgelegd.
2. Inzagerecht voor schuldeisers: als het bestuur de verantwoordingsplicht niet nakomt, hebben schuldeisers een inzagerecht in de administratie van de ontbonden rechtspersoon. Dit kan gebeuren met goedkeuring van de kantonrechter, waarbij schuldeisers hun belang bij de vordering voldoende concreet dienen te onderbouwen.
3. Bestuursverbod: in de gevallen waarbij schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, kan het Openbaar Ministerie een bestuursverbod opleggen aan de bestuurder van de ontbonden rechtspersoon. Dit kan gebeuren als de bestuurder: (i) niet aan de deponeringsplicht heeft voldaan, (ii) doelbewuste acties heeft ondernomen (of nagelaten) waardoor één of meer schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld of (iii) in de twee daaraan voorgaande jaren ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een soortgelijke faillissement of beëindiging van een rechtspersoon én de bestuurder daarvan een persoonlijk verwijt treft.
Vragen?
Heeft u vragen over de tijdelijke wet of wil u (op korte termijn) een vennootschap laten (turbo)liquideren? Aarzel dan niet om contact op te nemen met één van onze specialisten.
Auteur: Shaghayegh Molawi