In een reeks van zes blogs staan wij stil bij de vraag wanneer een statutair bestuurder op basis van de “Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016” (Regeling DGA) verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en in aanmerking komt voor een WW-uitkering bij zijn ontslag.
Kwalificeert een statutair bestuurder namelijk als grootaandeelhouder van de vennootschap, dan is hij niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hij komt in dat geval niet in aanmerking voor een WW-uitkering bij zijn ontslag.
In de Regeling DGA worden vier situaties onderscheiden waarin de statutair bestuurder van een vennootschap als grootaandeelhouder heeft te gelden.
Wanneer kwalificeert de statutair bestuurder als grootaandeelhouder?
In dit tweede blog staan wij stil bij de eerste situatie waarin een statutair bestuurder moet worden gezien als grootaandeelhouder in de zin van de Regeling DGA, en dientengevolge geen aanspraak heeft op een WW-uitkering bij zijn ontslag.
De statutair bestuurder kwalificeert als directeur-grootaandeelhouder wanneer hij:
“afzonderlijk of tezamen met zijn echtgenoot, houder is van een zodanig aantal aandelen, al dan niet van een bepaalde soort of aanduiding, dat hij afzonderlijk of tezamen met zijn echtgenoot, ingevolge de statuten van de vennootschap over zijn ontslag kan besluiten.”
Aandelenbezit statutair bestuurder
Bezit de statutair bestuurder zelf geen aandelen maar zijn echtgenoot wel, dan is deze bepaling niet aan de orde. Ook als de echtgenoot bijvoorbeeld 51% van de (stemgerechtigde) aandelen bezit en ingevolge de statuten over het ontslag van de statutair bestuurder (zijnde haar/zijn echtgenoot) kan besluiten, is deze bepaling niet van toepassing. Vereist is dat de statutair bestuurder zelf aandelen bezit.
Bezit de statutair bestuurder daarentegen 1% van de (stemgerechtigde) aandelen en zijn echtgenoot 50% en kunnen zij ingevolge de statuten daardoor tezamen het ontslag van de statutair bestuurder blokkeren (omdat zij tezamen 51% bezitten), dan valt de statutair bestuurder onder het bereik van deze bepaling. Hij is in dat geval niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Statuten van de vennootschap
Let op: de statutair bestuurder dient op grond van de statuten van de vennootschap, afzonderlijk of tezamen met zijn echtgenoot, over zijn ontslag te kunnen besluiten. Dit houdt in dat afspraken die zijn gemaakt in bijvoorbeeld stemovereenkomsten of aandeelhoudersovereenkomsten in beginsel geen rol spelen in de beoordeling.
Ter illustratie. Stel, in de statuten is bepaald dat het statutaire bestuur kan worden benoemd, geschorst en ontslagen bij meerderheidsbesluit. Wanneer de statutair bestuurder vervolgens (al dan niet tezamen met zijn echtgenoot) 40% van de aandelen bezit, kan hij ingevolge de statuten zijn ontslag niet blokkeren. In de aandeelhoudersovereenkomst is echter opgenomen dat het statutaire bestuur alleen kan worden benoemd, geschorst en ontslagen bij 2/3 meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders. Op basis van deze onderlinge afspraak tussen de aandeelhouders, kan de statutair bestuurder met zijn aandelenbezit van 40% zijn ontslag wel blokkeren.
Op grond van de Regeling DGA zijn de statuten leidend, waardoor de statutair bestuurder in dit voorbeeld is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Statutair bestuurder kan verzekeringsplicht onder omstandigheden beïnvloeden
De duidelijke verwijzing naar de statutaire afspraken in de Regeling DGA, biedt statutair bestuurders de mogelijkheid hun verzekeringsplicht te beïnvloeden. Door aanvullende afspraken buiten de statuten te maken, kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat een verzekeringsplicht ontstaat.
Het tegenovergestelde zien wij in de praktijk ook geregeld. Oprichters en tevens aandeelhouders van een vennootschap die een statutaire positie gaan bekleden, maar hun werknemersbescherming in het kader van de sociale verzekeringen (WW, ZW, WIA) graag willen behouden. Ook daartoe bestaan verschillende mogelijkheden, waarover wij u graag adviseren.
Heeft u vragen? Neem contact op met Anique Sauvé