De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (“WBTR”) zorgt voor een verduidelijking van de taken en verantwoordelijkheden van bestuurders en commissarissen en is met name gericht op de vereniging, stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij.
Naar het huidig recht is het bestuur en toezicht op een aantal punten niet afdoende wettelijk geregeld voor alle rechtspersonen. Zo heeft de wetgever voor de besloten vennootschap (“BV”) en de naamloze vennootschap (“NV”) een uitdrukkelijke wettelijke grondslag opgenomen voor de norm waar bestuurders en commissarissen zich aan moeten houden bij de vervulling van hun taken, maar ontbreekt deze grondslag volledig voor de andere rechtspersonen. Nu de vormgeving van bestuur en toezicht ook voor deze rechtspersonen van wezenlijk belang is, bestaat er behoefte de wettelijke regelingen van deze rechtspersonen aan te vullen en te verduidelijken.
De WBTR ziet onder meer op het instellen van een RvC, een monistisch bestuursmodel (one-tier board), de taakvervulling van bestuurders en commissarissen, de tegenstrijdig-belangregeling, de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen bij faillissement, het meervoudig stemrecht en de belet-en ontstentenisregeling.
De inwerkingtreding van de WBTR kan gevolgen hebben voor de interne structuur van uw organisatie: mogelijk moeten de statuten worden aangepast. De WBTR bevat in dat kader echter wel een overgangsregeling.
Fender Advocaten zal deze maand op haar website in meer detail de wijzigingen die uit de WBTR voortvloeien voor u uiteenzetten.
Mocht u vragen hebben over de WBTR of de mogelijke consequenties hiervan voor uw organisatie, aarzel dan niet om contact op te nemen met één van onze specialisten.
Auteurs: Edwin de Rooij en Yoenes Kameh Khosh