Ontslag (op staande voet) van een ambtenaar: eenvoudiger?

Sinds de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (de Wnra) op 1 januari 2020 zijn de meeste ambtenaren werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Voor hen gelden nu ook de ‘gewone’ arbeidsrechtelijke bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Toch behoudt de ambtenaar een bijzondere positie. Een ambtenaar vertegenwoordigt de overheid en daarmee het publiek belang. Dit vraagt om een grote(re) mate van integriteit.

De Ambtenarenwet

Op de ambtenaar is naast het Burgerlijk Wetboek, ook de Ambtenarenwet 2017 van toepassing. De kernbepaling in de Ambtenarenwet 2017 is artikel 6, waarin is bepaald dat de ambtenaar zich moet gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.

Dit betreft een relatief strenge norm die tot 1 januari 2020 onder meer in de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is ontwikkeld. Hierbij kon ook onder meer verwijtbaar gedrag van een ambtenaar in de privésfeer leiden tot plichtsverzuim – en daarmee (straf)ontslag.

Vanaf 1 januari 2020 beslist de civiele rechter over het ontslag van een ambtenaar. Dus ook als sprake is van verwijtbaar handelen door een ambtenaar. Het Burgerlijk Wetboek bevat echter al de bepaling van het goed werknemerschap.

Goed ambtenaarschap

Speelt de norm van goed ambtenaarschap dan nog een rol bij de beoordeling van een ontslag door de burgerlijke rechter? Wel volgens het hof ’s-Hertogenbosch, zo volgt uit een recente uitspraak. Wat was er gebeurd?

Een ambtenaar van Rijkswaterstaat werd vanwege een onderzoek naar zijn betrokkenheid bij verschillende hennepplantages in hechtenis genomen. Later werd de ambtenaar vrijgelaten in afwachting van het strafrechtelijk onderzoek. De ambtenaar hervatte zijn werkzaamheden. Nadat de ambtenaar tot een gevangenisstraf en de betaling van een geldboete was veroordeeld, volgde een ontslag op staande voet. De reden daarvoor was dat de ambtenaar in strijd met de waarheid had verklaard dat hij zich nooit had beziggehouden met illegale of criminele activiteiten.

De ambtenaar verzocht om de vernietiging van het ontslag op staande voet bij de kantonrechter, maar ving bot. De kantonrechter vond dat het plegen van ernstige strafbare feiten ook voor een reguliere werkgever een dringende reden zal opleveren voor ontslag op staande voet. Dit geldt in nog grotere mate als de werknemer een ambtenaar is, aldus de kantonrechter.

De werknemer liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep. Het hof ’s-Hertogenbosch overwoog daarbij als volgt:

“De illegale activiteiten en het liegen daarover kan [de werknemer] temeer worden verweten nu hij jegens RWS de verplichting had om zich als goed ambtenaar te gedragen (zie artikel 6 Ambtenarenwet) en daarvoor ook een eed had afgelegd. RWS moet op zijn integriteit kunnen vertrouwen. Dit vertrouwen is door de handelwijze van [de werknemer] onherstelbaar beschadigd.”

Integer handelen ambtenaar blijft (zeer) belangrijke zaak

Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt in de uitspraak dat van een ambtenaar op grond van de Ambtenarenwet een grotere mate van integriteit mag worden verwacht (dan van een gewone werknemer). Daarmee lijkt een ontslag (op staande voet) in verband met een integriteitschending door een ambtenaar ook bij de burgerlijke rechter eenvoudiger dan bij een ‘gewone’ werknemer.

Heeft u vragen? Neem contact op met Pim Wieland

 

 

 

Fender Advocaten gebruikt cookies

Functionele cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we, na uw goedkeuring, website statistieken bij met behulp van analytische cookies. Analytische cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt. Ook helpen deze cookies ons om de website aan te passen om uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.