Van menig statutair bestuurder krijgen wij de vraag of zij verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen en na hun ontslag in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Voor statutair bestuurders die tevens aandelen van de vennootschap bezitten, is die vraag niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Verschillende omstandigheden spelen namelijk een rol.
In een reeks van zes blogs staan wij stil bij de vraag wanneer een statutair bestuurder verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en in aanmerking komt voor een WW-uitkering bij zijn ontslag. Dit is deel 1 van onze reeks.
Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht
Iedere werknemer in Nederland is in beginsel verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen (de WW, WIA en ZW). Datzelfde geldt voor de statutair bestuurder die in dienst is bij de vennootschap, waarvan hij statutair bestuurder is. Indien de statutair bestuurder een arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap, en daardoor formeel onder gezag van de vennootschap staat, is hij in principe verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Dat is anders indien de werkzaamheden door de statutair bestuurder op basis van een overeenkomst van opdracht worden verricht. In dat geval is in de regel geen sprake van werknemerschap en geldt geen verzekeringsplicht voor de statutair bestuurder.
Grootaandeelhouder
In de eerste plaats is voor het recht op WW derhalve een arbeidsovereenkomst met de vennootschap verreist. Is daarvan sprake, dan is de hoofdregel dat de statutair bestuurder na zijn ontslag in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Van deze hoofdregel wordt echter afgeweken wanneer de bestuurder tevens grootaandeelhouder van de vennootschap is.
Onder welke omstandigheden de statutair bestuurder als grootaandeelhouder heeft te gelden, is geregeld in de “Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016” (“Regeling DGA”).
Een directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Regeling DGA, is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hij kan dientengevolge geen aanspraak maken op een WW-uitkering bij zijn ontslag. Een statutair bestuurder die tevens grootaandeelhouder van de vennootschap is, wordt namelijk niet gezien als een ondergeschikte werknemer waarover de vennootschap reëel gezag kan uitoefenen.
Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016
Bezit de statutair bestuurder geen aandelen van de vennootschap, dan hoeft met voornoemde Regeling DGA geen rekening te worden gehouden. Is dat wel het geval, dan speelt de vraag of hij tegen zijn wil kan worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Anders gezegd: indien de statutair bestuurder, afzonderlijk of met zijn echtgenoot en/of familieleden tot en met de derde graad, de beslissende stem heeft in het besluit over zijn ontslag, kwalificeert hij als directeur-grootaandeelhouder. Hij is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
In de Regeling DGA worden vier situaties onderscheiden waarin de statutair bestuurder als grootaandeelhouder wordt beschouwd. Op deze situaties zoomen wij in onze volgende blogs over de statutair bestuurder nader in.
Heeft u vragen? Neem contact op met Anique Sauvé