Valt een bestuurder een persoonlijk verwijt te maken wanneer hij één dag voor een festival nieuwe verplichtingen aangaat, terwijl de weersverwachtingen slecht zijn? Dat was in deze zaak wel het geval, met het gevolg dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden van de stichting.
De organisatie van het festival
Een stichting wordt opgericht met het doel een driedaags festival ter ere van het 200-jarig bestaan van de gemeente te organiseren.
Het festival wordt grotendeels gefinancierd uit een bijdrage van de gemeente en sponsorgelden. Uit de begroting blijkt verder dat een groot deel van de totale kosten moet worden voldaan uit de opbrengsten van de muntverkoop.
Eén week voor het festival ontvangt de stichting aanvullende beveiligingsinstructies van de gemeente. Het beveiligingsbedrijf Promeon stuurt één dag voor het festival twee nieuwe offertes aan de stichting. Op dat moment heeft de stichting geen financiële middelen meer én zijn de weersvoorspellingen voor het festivalweekend slecht. Ondanks deze omstandigheden ondertekent de bestuurder de offerte.
De dag na het festival verstrekte de bestuurder aan Promeon een extra opdracht voor de afbouw van het festival.
Na afloop van het festival blijkt de werkelijke opbrengst uit de muntverkoop echter minder te zijn dan de helft van wat was begroot. Dit resulteert in een tekort in de begroting. De stichting kan haar schuldeisers, waaronder Promeon, niet betalen en wordt failliet verklaard.
Promeon blijft onbetaald achter. Zij laat het hier niet bij zitten en stelt de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor de openstaande facturen.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Niet elke verwijtbare handeling van een bestuurder leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid. Een bestuurder kan persoonlijk aansprakelijk zijn indien hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Hiervan kan sprake zijn indien de bestuurder bij het aangaan van een verbintenis wist of behoorde te weten dat de rechtspersoon niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Dit wordt ook wel het ‘Beklamel-criterium’ genoemd.
De lat voor bestuurdersaansprakelijkheid ligt hoog. De reden achter deze hoge drempel is het principe dat ondernemers primair moeten handelen in het belang van hun onderneming. Ze dienen niet steeds te overwegen welke persoonlijke gevolgen elke handeling voor hen kan hebben, omdat dit het bedrijfsbelang kan schaden. De hoge aansprakelijkheidsdrempel brengt mee dat de rechter terughoudendheid betracht bij de beoordeling of de bestuurder wist of behoorde te weten dat de vennootschap de aangegane verplichtingen niet na zou kunnen komen.
Toch oordeelde de rechter dat de bestuurder een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Volgens de rechtbank had de bestuurder bij het sluiten van de overeenkomst met Promeon moeten beseffen dat door het voorspelde slechte weer de opkomst laag zou zijn, waardoor minder munten zouden worden verkocht dan begroot en het festival daardoor met verlies zou worden afgesloten. Volgens de rechterbank had de bestuurder op dat moment moeten begrijpen dat de stichting niet aan haar betalingsverplichtingen aan Promeon zou kunnen voldoen.
Dit geldt ook voor de extra opdracht voor bij de afbouw van het festival. Op dat moment was het al duidelijk dat de inkomsten veel lager waren dan begroot.
De rechter kwam tot het oordeel dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor de openstaande facturen van c.a. € 7.500,-, plus bijkomende wettelijke rente en proceskosten.
Hoe kan het risico op bestuurdersaansprakelijkheid worden beperkt?
Een schuldeiser die op de hoogte is van de financiële situatie van de rechtspersoon en de slechte vooruitzichten op nakoming en verhaal, zal niet snel met succes een Beklamel-vordering tegen een bestuurder kunnen instellen. Het gaat bij aansprakelijkheid op grond van het Beklamel-criterium namelijk met name om het verschil in kennis tussen de bestuurder en de contractspartij.
Dit brengt in deze zaak met zich mee dat indien de bestuurder van de stichting Promeon bij het aangaan van de overeenkomst had geïnformeerd over het gebrek aan financiën en het feit dat de inkomsten met name afhankelijk waren van de muntverkoop, hem waarschijnlijk geen persoonlijk ernstig verwijt als de bestuurder van de stichting kon worden gemaakt.
Communicatie en informatie is in dat geval dus essentieel.
Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Aarzel dan niet om contact op te nemen met één van onze specialisten.
Auteurs: Anke Goossens en Shaghayegh Molawi